Cook eilanden

Roratonga, Cook Islands, dinsdag 12 juni 2012

Dinsdag 5 juni om 9 uur vertrekken we. De Seaquest volgt twee uur later. We hebben bijna drie maanden door Frans Polynesie gevaren van de Markiezen, via de Tuamotus naar de Society eilanden. Nu gaan we naar de Cook eilanden, 500 mijl verder.  Geen Franse kaas meer in de supermarkt. Hier komen we in Nieuw-Zeeland en ligt er cheddar in de vakken.

De Marita III (UK) met Mark en Helen en de Camelot (Nor) met Gunnar en Vibecke en hun twee kinderen Julia en Oscar vertrekken bijna tegelijk met ons uit Bora Bora met bestemming Rarotonga . Via de SSB houden  we twee keer per dag contact.

Volgens de voorspellingen hebben we eerst nog een halve dag geen wind en daarna 15 knopen uit oost-zuid-oost. Er staat nog wel een rommelige zee. Na 50 mijl gaat de motor uit en zeilen we 40 graden aan de wind. We blijven erg slingeren en schudden.  Dat hebben we al lang niet meer meegemaakt. Met een rif in het grootzeil gaan we de nacht in. De wind varieert van 16 tot 23 knopen uit zuid-oost. De zee blijft erg onrustig. Met een stevige knik  in de schoot schieten we wel goed op. Intussen houden we regelmatig contact met de Seaquest, die binnen VHF bereik is.

Woensdag blijft het hobbelig. We gaan nog steeds snel en leggen 176 mijl af in 24 uur. Het gevoel van zeeziekte is nog niet weg. Pas donderdag wordt de zee wat kalmer. Dan blijkt dat de bouten die de giekneerhouder aan de mast moeten houden los zijn gekomen en krom raken. Door de bulle talie en de grootschoot te trimmen halen we zoveel mogelijk druk van de giekneerhouder af. Het blijkt te werken en de situatie is stabiel.

De wind doet raar. Wakkert eerst aan tot 25 knopen. We reven dan genua en grootzeil . Maar na een half uur neemt de wind af to 10 knopen en kan het rif er weer uit. Dat gaat zo de hele dag door, tot we bedenken om het grootzeil maar gereefd te laten.  En dan neemt de wind echt af. De laatste nacht varen we op de motor, 2500 toeren, 6.5 knopen, 4 liter diesel per uur, met het grootzeil als slingerzeil stevig in het midden. Vrijdag ochtend komen we aan, een uur na de Seaquest.

Rarotonga heeft een klein haventje. Wegens werkzaamheden kunnen we daar niet in en moeten we buiten ankeren. We kijken uit op Trader Jacks en het gebouw van justitie. We liggen voor de hoofdstad van de Cook eilanden Avatui. De havenmeester regelt dat we rond het middag-uur ontvangen worden door Immigration, Customs en het Health-department om in te klaren. We lazen dat we ontsmet zouden worden en dat alle vlees en verse fruit en groente ingeleverd moesten worden. Dat blijkt mee te vallen. We vertellen dat we niet ziek zijn en dat we niets aan wal zullen brengen. We mogen dan alles houden.

Omdat we maandag misschien al vertrekken willen we meteen ook weer uitklaren. Dat heeft meer voeten in de aarde dan het inklaren. We moeten haven-tax betalen op hetb havenkantoor en uitklarings rechten bij immigration en dan kunnen we naar customs voor een uitklaringsbewijs. Het is wat ingewikkeld, maar iedereen blijft vriendelijk lachen. Alles bij elkaar zijn we er de hele middag mee bezig.

Zaterdag draait de wind. We liggen aan lagerwal. Niet echt aangenaam. We slapen slecht van het geslinger. Zoals voorspeld wordt het gelukkig zondag beter.

Op de zaterdagmarkt is het gezellig druk. Erg touristisch met een leuke demonstaratie drum-dancing. Polynesische wiebel billen met rieten rokjes.

Er rijden twee bussen rond het eiland, een met de klok mee en een tegen de klok in. Op zondag alleen maar met de klok mee. Wilma maakt met de bemanning van de Seaquest een rondje eiland als Thijs aan boord nog wat klussen afmaakt. De dagen erna doen we boodschappen en gaan gezellig uit. Op zondag hebben we een borrel op de Seaquest. Op maandag genieten we van een “sun-downer” aan boord van Luna Verde met de bemanning van Marita III, Camelot en Seaquest. Dinsdag gaan we naar de Camelot.

Ons vertrek stellen we uit tot woensdag. Dan is er gunstige wind om 560 mijl verder bij Niue aan te komen.