Indische Oceaan, 2340 mijl van Cocos Keeling naar Mauritius

Mauritius, woensdag 2 oktober 2013

IMG_6117We zijn alweer een paar dagen op Mauritius en meteen begonnen met de nodige reparaties. We kwamen zondag 29 september aan, heel vroeg, in het donker. Van “port control” mochten we pas bij daglicht de haven in. We ankeren buiten op 5 meter water en trakteren onszelf op een koel glas witte wijn. Het was een enerverende tocht.

Zondag de 15-de vertrokken we samen met de Seaquest rond het middaguur van Cocos Keeling. We hadden op wat rustiger weer gewacht. De passaat waait nu met ca. 5 Bf uit het zuidoosten. Onder deze omstandigheden varen we beide ongeveer even snel. We zeilen heerlijk en de reparatie van ons grootzeil blijkt goed te houden.

Maar al snel neemt de wind en ook de zeegang toe. We krijgen varierend 25 tot 35 knopen wind, dat is windkracht 6 tot 7 Bf. Een stevige passaat. De golfhoogte neemt toe tot 4 meter. We slingeren heftig. Met een tempo van 190 mijl per etmaal gaan we op ons doel af. Het belooft een snelle oversteek te worden, niet ongebruikelijk in deze periode van het jaar.  We hebben wel vaker onder deze omstandigheden gezeild, maar niet eerder meerdere dagen achterelkaar.

filmpje:   Indische Oceaan

Onze vlag rafelt verder af en wordt steeds korter. Met zoveel wind loopt de Saeaquest op ons uit en komt al snel buiten marifoonbereik. Via de korte golf houden we toch meerdere malen per dag contact.

IMG_6103Zo gaat het drie dagen zeer voorspoedig. Zonnig met af en toe een bui. Dan houdt midden in de nacht de generator er mee op. Dat is schrikken. Omdat de extra dynamo van de hoofdmotor, die we op Bali hadden laten repareren, onderweg naar Chrismas Island opnieuw was uitgevallen, hadden we op dat moment alleen nog de standaard dynamo over. Die laadt normaal alleen de start accu op en levert net genoeg stroom om de navigatie apparatuur, de stuurautomaat en de koelkasten aan de gang te houden. Hoewel we niet voldoende diesel hebben voor de hele overtocht, kunnen we daar voorlopig mee vooruit.  Met accu-kabels verbonden we de start accu  met de service accu’s.

De temperatuur indicator van de generator brandde. De motor leek te heet geworden. Na wat gesleutel bleek de koelwater impeller het echter goed te doen en ook de pomp voor de koelvloeistof bleek te werken. Als de generator was afgekoeld konden we hem weer starten. Hij liep dan 15 tot 30 minuten om daarna weer af te slaan.

Na twee dagen en nachten zoeken en proberen, terwijl we met 8 knopen snelheid verder slingeren en de gereedschappen alle kanten op vliegen, merken we dat de brandstofpomp af en toe uitvalt, terwijl de generator gewoon doorloopt. Het brandstof niveau in de tank is net hoger dan de generator, zodat  de motor ook zonder opvoerpomp  wel voldoende brandtof krijgt. Er blijkt een los contact te zitten aan het relais, dat de brandstofpomp bedient. Datzelfde relais bedient echter ook de koelwaterpomp van de generator.  Daardoor krijgt de generator af en toe te weinig koeling, wordt te heet en valt uit. Nadat we de vier aansluitkabeltjes van het relais hadden vervangen, bleken de problemen opgelost. Inmiddels hadden we wel de hele boot overhoop gehaald voor gereedschap en reserve onderdelen, maar dat kunnen we nu rustig opruimen. Hij doet het weer.

Langzaam wennen we aan het geslinger en passen we onze bewegingen aan. Af en toe dreunt er een “vierkante” golf met een grote knal tegen de boot.  Doordat er regelmatig massief water door het gangboord gaat, worden de vliegende vissen, waarvan we er dagelijks zo’n 20 aan dek hebben, vanzelf weggespoeld. We zijn veel binnen en komen weinig in de kuip.

Zo gaat het weer een paar dagen dagen goed. We genieten van de grote voortgang die we maken en slapen en eten regelmatig, tot op vrijdag 20 september, wij zijn dan bijna halverwege, de schoothoek van het grootzeil losbreekt van het doek.

We rollen het zeil snel in de mast. Het ziet ernaar uit dat we de schoothoek opnieuw zouden kunnen vastnaaien, maar met de harde wind, de hoge zee en het vele water dat over dek komt is dat nu even geen optie. Het weerbericht voorspelt dat de wind pas maandag wat afneemt tot 5 Bf. Intussen gaan we toch nog 170 mijl per etmaal met alleen de genua, nu helemaal uitgerold. Eerlijk gezegd beweegt de boot zonder grootzeil ook wat rustiger door de golven en dat is best wel prettig, ook omdat we nog steeds een behoorlijke voortgang maken.

IMG_7520Er is verrassend veel scheepvaart om ons heen. Dat zijn we al  lang niet meer gewend. Op de AIS zien we voortdurend meerdere boten.

Maandag waait het toch nog steeds windkracht 6, dinsdag ook. We zeilen we gewoon verder op alleen de genua. Woensdag neemt de wind pas echt af. Er blijft zelfs helemaal geen wind meer over, alleen de deining blijft nog even. De motor gaat aan,  we reven de genua en zetten die strak in het midden tegen het slingeren. De vooruitzichten zijn twee dagen weinig of geen wind. We houden er rekening mee dat we het laatste stuk tot Mauritius helemaal zullen motoren. Voor de zekerheid vullen we alvast 100 liter diesel van de 200 liter uit de jarrycans aan dek in de hoofdtank. We verwachten in de nacht van zaterdag op zondag aan te komen.

IMG_7525

Vrijdag mddag 27 september dient zich een weer nieuw project aan. We horen een grote knal. Eerst hebben we geen idee wat er aan de hand is, totdat blijkt dat de middelste ruit van de buiskap spontaan in duizend stukjes is gebarsten. Gelukkig hangen ze nog aan elkaar. Om te voorkomen dat dat alle glas de kuip in valt plakken we er plastic voor en achter en stellen de reparatie uit tot Mauritius.

Het begin van de nachten is erg donker.  De maan komt pas na middernacht op. Als we Port Louis op Mauritius naderen is de maan, die alweer erg klein aan het worden is, net op gekomen en helpt ons om een geschikt ankerplekje te vinden om te wachten tot het licht is. Voordat we de volgende ochtend afmeren bij de douane om in te klaren, varen we langs een grote, roestige en slordig afgemeerde vloot chineese visserschepen. Die vangen tonijn voor in blik.